Wijziging onderhoudsplicht wegenlegger: reageer op tijd!

Geschreven door Anke Nijenhuis
27 februari 2023

Openbaarheid van een weg komt samen met de onderhoudsplicht: er is altijd iemand verantwoordelijk voor het onderhoud van een openbare weg. Op zich een eenvoudig uitgangspunt. Wat het echter lastig maakt is dat de omvang van de onderhoudsplicht flink kan verschillen. Wanneer pleegt iemand voldoende onderhoud? En is de omvang van de onderhoudsplicht nog te veranderen? Aan de hand van een recent verschenen uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2023 vertel ik u daar meer over. In elk geval is van belang; kom als grondeigenaar op tijd in actie!

Openbaarheid van wegen

De Wegenwet is alleen van toepassing op openbare wegen in de zin van de Wegenwet. Kortweg moet er sprake zijn van (1) een weg én (2) een openbare weg in de zin van de Wegenwet. Een weg kan een openbare weg in de zin van de Wegenwet zijn doordat deze op de gemeentelijke wegenlegger voorkomt.

Wegenlegger

Artikel 27 Wegenwet schrijft voor dat in iedere gemeente een wegenlegger wordt opgemaakt van de wegen buiten de bebouwde kom. In artikel 30 Wegenwet staat vervolgens wat er in een wegenlegger moet worden vermeld. In de wegenlegger moet (onder andere) staan wie de onderhoudsplichtige is van een weg en wat de omvang is van de onderhoudsplicht (artikel 50 Wegenwet). Vermelding van een weg op een wegenlegger heeft bovendien tot gevolg dat die weg openbaar wordt in de zin van de Wegenwet (artikel 49 Wegenwet). Zoals gezegd volgt de (omvang van de) onderhoudsplicht uit de wegenlegger. Is de onderhoudsplicht eenmaal vastgelegd, dan kan dit een vergaande verplichting inhouden.

Uitspraak

De gevolgen van de onderhoudsplicht blijkt ook uit de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 10 januari 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:271). In de desbetreffende wegenlegger werd aan de eigenaar opgelegd dat hij het volgende moest doen:

– de obstakel vrije breedte van de doorgang dient minimaal 3,00 m te zijn;

– de vrije doorrijhoogte van de obstakelvrije breedte dient minimaal 3,50 m te zijn;

– de bovenkant van het aanwezige asfalt dient gesloten te zijn zonder scheuren en gaten;

– de dikte van de halfverharding dient zodanig te zijn zodat er geen spoorvorming optreedt;

– de (half) verharding mag over de volledige obstakelvrije breedte worden aangebracht;

– de (half) verharding mag ook bestaan uit twee ‘rijstroken’ van minimaal 0,70 m breed met een minimaal 0,80 m en maximaal 0,90 m tussenruimte. De ‘middenbaan’ dient in het hart van de obstakelvrije breedte te liggen;

– het hoogteverschil tussen de rijstroken en de middenbaan mag maximaal 0,05 m bedragen, wanneer de middenbaan uit gras bestaat dan dient het gras met enige regelmaat gemaaid te worden, het gras mag niet langer zijn dan 0,10 m;

– daar waar de Oude Dijk een zandpad is dient het zandpad goed begaanbaar te zijn en mag er tijdens het gebruik geen spoorvorming optreden.

Met bovenstaande specifieke en vergaande verplichtingen was de grondeigenaar niet gelukkig en hij wilde zich daartegen verzetten. Maar, was hij wel op tijd? In het vervolg van dit artikel ga ik aan de hand van de genoemde uitspraak in op de mogelijkheden die iemand heeft om zich te verzetten tegen de omvang van de onderhoudsplicht en binnen welke termijn iemand hier gebruik van moet maken.

Wijziging onderhoudsplicht

Centraal in de uitspraak stond een zandweg die liep over het perceel van een particuliere grondeigenaar. In 2015 had de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2015:3253) al bepaald dat de zandweg op grond van artikel 4 lid 1 onder I Wegenwet openbaar was geworden. In 2016 heeft de gemeente de wegenlegger gewijzigd waardoor de zandweg voortaan als openbare weg gold. De gemeente had in de wegenlegger ook opgenomen dat de onderhoudsplicht voor de zandweg bij de grondeigenaar lag.

Toen bleek dat de grondeigenaar zijn onderhoudsplicht niet nakwam, heeft de gemeente de grondeigenaar diverse keren kenbaar gemaakt dat eigenaren van de ondergrond verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van het onderhoud. De grondeigenaar meende deze verantwoordelijkheid niet te hebben, maar ving bot bij het Hof.

Volgens het Hof had de grondeigenaar tegen het besluit tot vaststelling van de wegenlegger moeten opkomen om via die weg (de omvang van) de onderhoudsplicht te wijzigen. Nu de grondeigenaar dat niet had gedaan, had het besluit tot vaststelling van de wegenlegger formele rechtskracht gekregen en stond (de omvang van) de onderhoudsplicht daarmee vast. In andere woorden: de grondeigenaar was te laat.

Bestuursrechter of burgerlijke rechter

Een zure conclusie voor de grondeigenaar aangezien de Wegenwet wel degelijk mogelijkheden biedt om de wegenlegger na vaststelling te wijzigen. In de uitspraak noemt het Hof deze mogelijkheden in r.o. 4.8:

ten eerste kan de grondeigenaar opkomen tegen het besluit tot vaststelling. Aangezien artikel 34 lid 2 Wegenwet bepaalt dat op de voorbereiding van het ontwerp van de wegenlegger afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is, kan dat als eerste bij Gedeputeerde Staten en daarna bij de bestuursrechter;

-ten tweede kan de grondeigenaar binnen één jaar nadat de vaststelling definitief is geworden een vordering tot wijziging van de legger instellen bij de burgerlijke rechter. De grondeigenaar in kwestie had beide niet gedaan waardoor de (omvang van) de onderhoudsplicht vaststond.

Samenvattend

Wijziging onderhoudsplicht wegenlegger: wat is mogelijk? Is de onderhoudsplicht eenmaal vastgelegd, dan kan dit een vergaande verplichting inhouden. Grofweg heeft een grondeigenaar twee opties om tegen de (omvang van) onderhoudsplicht uit de wegenlegger op te komen. Hij kan tegen het besluit tot vaststelling van de wegenlegger bij de bestuursrechter opkomen, en hij kan een vordering tot wijziging van de wegenlegger bij de burgerlijke rechter instellen. Dit dient echter wel op tijd te gebeuren. kortom; kom als grondeigenaar op tijd in actie! Concreet betekent dat opkomen tegen het besluit tot vaststelling binnen de termijn of het instellen van een vordering tot wijziging binnen één jaar na vaststelling van de legger. Daarna is de kans verkeken en staat de wegenlegger vast. Een kwestie van goed opletten dus. Bij verdere vragen naar aanleiding van dit artikel kunt u mij of mailen. Ik kijk dan graag even – geheel vrijblijvend – met u mee. Mijn contactgegevens leest u hieronder of op deze pagina.

 

 

LiebregtsLeistra

Waar kunnen we u mee helpen?

Contact