Veranderen of opbreken van een openbare weg

Geschreven door Anke Nijenhuis
9 september 2021

Het kan voorkomen dat de grondeigenaar de verharding van een openbare weg wil opbreken of voor iets anders wil vervangen. Dit kan niet zomaar. Veranderen of opbreken van een openbare weg is niet altijd toegestaan. Op grond van de model-APV geldt hiervoor een vergunningsplicht. Dat het grote gevolgen kan hebben wanneer verharding zonder vergunning wordt opgebroken blijkt uit de recente uitspraak van de Raad van State.

Openbare weg in de zin van de Wegenwet

Deze uitspraak van de Raad van State van 4 augustus 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1746) behandelt een langlopend geschil tussen (het college van B&W van) de gemeente Leudal en de eigenaar van een metaalverwerkingsbedrijf. Naast het metaalverkeringsbedrijf ligt een keerlus voor de ontsluiting van bedrijven voor vrachtverkeer. De keerlus is in 2003 aangelegd en is destijds direct openbaar geworden door ‘bestemming’ als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder III, van de Wegenwet. Dit is bevestigd in de voorgaande uitspraak van 22 november 2017 van de Raad van State over dezelfde keerlus (ECLI:NL:RVS:2017:3221). Meer informatie over de bestemming tot openbaarheid van wegen, vindt u in dit artikel.

Algemene plaatselijke verordening of Verordening fysieke leefomgeving

De keerlus is dus een openbare weg in de zin van de Wegenwet door bestemming. Op grond van artikel 2:11 APV van de gemeente Leudal is het onder andere verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:

  • -de verharding van een weg op te breken;
  • -in een weg te graven of te spitten;
  • -aard of breedte van de wegverharding te veranderen; of
  • -anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.

De eigenaar van het metaalverwerkingsbedrijf heeft het asfalt van een deel van de keerlus verwijderd. Aangezien de keerlus door bestemming een openbare weg in de zin van de Wegenwet is, heeft de eigenaar daarmee artikel 2:11 APV overtreden. De hoogste bestuursrechter komt dan ook tot het oordeel dat de gemeente mocht handhaven op grond van de APV en aan de eigenaar een last onder dwangsom mocht opleggen.

Gevolgen uitspraak voor de praktijk

Bovenstaand artikel 2:11 uit de APV van de gemeente Leudal komt uit het standaardmodel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Aangezien veel gemeenten hun APV grotendeels hebben ontleend aan dit standaardmodel, zal deze verbodsbepaling veel voorkomen. Het is dus goed om ervan bewust te zijn dat (de verharding van) een openbare weg in de zin van de Wegenwet niet zomaar mag worden opgebroken of worden veranderd. Als dit wel zonder omgevingsvergunning gebeurt, levert dit een reden voor handhaving op. Meer informatie over de handhaving van een afsluiting van een openbare weg? Klik dan hier.

Opstarten handhaving

Handhaving kan worden opgestart op initiatief van de gemeente of op verzoek van een belanghebbende in de zin van de Wegenwet. Iemand moet belanghebbende zijn om de gemeente te kunnen verzoeken om tot handhaving over te gaan als de eigenaar een openbare weg onrechtmatig opbreekt of veranderd. In dit artikel leggen wij uit wanneer iemand een belanghebbende is in de zin van de Wegenwet en dus de gemeente kan verzoeken tot handhavend optreden bij een dergelijk geval.

Verordening fysieke leefomgeving

Door de komst van de nieuwe Omgevingswet verandert het omgevingsrechtelijk stelsel compleet. Hierdoor verdwijnt onder andere de APV en gaat deze op in de Verordening fysieke leefomgeving. De Verordening fysieke leefomgeving bundelt alle onderwerpen uit de fysieke leefomgeving die nu nog in verschillende verordeningen worden geregeld. Niet alleen de APV gaat hierin op, maar bijvoorbeeld ook de gemeentelijke bomenverordening en marktverordening. Diverse gemeenten hebben al een Verordening fysieke leefomgeving opgesteld waarin ook een artikel met dezelfde strekking als 2:11 uit de model-APV voorkomt. Ook in die gemeenten is het dus verboden om (de verharding van) een openbare weg zonder omgevingsvergunning te veranderen of op te breken.

Advies

Veranderen of opbreken van een openbare weg is niet altijd toegestaan. Op grond van de model-APV geldt hiervoor een vergunningsplicht. Aangezien de keerlus door bestemming een openbare weg in de zin van de Wegenwet is, heeft de eigenaar door het opbreken van het asfalt artikel 2:11 APV overtreden. Artikel 2:11 komt uit het standaardmodel van de VNG. Aangezien veel gemeenten hun APV grotendeels hebben ontleend aan dit standaardmodel, zal deze verbodsbepaling veel voorkomen. Het is goed om ervan bewust te zijn dat (de verharding van) een openbare weg in de zin van de Wegenwet niet zomaar mag worden opgebroken of worden veranderd. Als dit wel zonder omgevingsvergunning gebeurt, levert dit een reden voor handhaving op. Handhaving kan worden opgestart op initiatief van de gemeente of op verzoek van een belanghebbende. Ik vertel er u graag mee over.

LiebregtsLeistra

Waar kunnen we u mee helpen?

Contact